DOOR NICKY SAMSOM
Van mensen zonder katten krijgen wij – kersverse ouders – onheilspellende adviezen. De katten zouden, warmte zoekend, op hoofdjes gaan zitten. Dat is misschien een reëel risico, maar van ouders met katten weten we ook, dat dat voorkomen vanzelf gaat. Katten en baby’s gaan prima samen. Sterker nog. Er is niet eens zoveel verschil.
Logisch ook. Ze zijn uit exact hetzelfde hout gesneden. Beiden zijn afhankelijk van jouw zorg – in het geval van de kat is dat puur gemakzucht, hij zou gerust ergens anders overleven, maar doet dat op een of andere manier niet – terwijl beiden jou helemaal niet zien als een meerdere. Niet eens als een gelijke eigenlijk. Je bent hooguit facilitator. Dat maken ze snel duidelijk.
Dankbaarheid is niet iets dat je als ouder en kattenmens heel direct toegeworpen krijgt. Uit lijfsbehoud lees je dat maar uit allerlei vage indirecte signalen af. Glimlachjes, kopjes.
Gelukkig ben ik een kattenmens, dus mijn baby heb ik direct geaccepteerd. Ik ken mijn rol. Dat lijkt me als hondenliefhebber een stuk moeilijker, om mee te dealen. Gewend aan een wezen dat je als baas ziet en naar je luistert. Dat – af en toe – doet wat je zegt. Een hond past zich aan jou aan. Dat jij je aan een kind hebt aan te passen, moet voor het baasje van Bello veel lastiger zijn.
Onze eigenwijze tweevoeter is nu een maand. Dertig dagen waarin ik hem flink heb kunnen observeren. Geluidjes, gezichtsuitdrukkingen en andere bewegingen vertellen me wat hij wil. Eten, aandacht of een luier. Tot nog toe heel overzichtelijk. Het is me nu wel duidelijk dat ik mijn invloed niet moet overschatten. Zijn wil, of liever oerdrift, is wet. Een kat zonder snorharen. Ook zonder kattenbak. Dat maakt hem kwetsbaarder, aanhankelijker. Maar gelukkig nog geen hond.
Van de twee katten die bij ons wonen, is er een behoorlijk veranderd sinds onze mensenkitten. Hij is liever en gezelliger. Beschermend. Hij weet ook dat we minder boven op ‘m zitten, dus hij komt ook vaker likkebaardend uit de keuken. Het blijft een kat. De ander is de onverschilligheid zelve.
Hij doet net alsof hij het minimensje niet opmerkt. Ondertussen weet ik wel beter. Ook hij is blij dat er een tweebener bij is. Daar doet hij gewoon niet overdreven over. Het is geen hond. Goddank.